maandag 29 september 2014

Altijd moe - een update

Een tijdje geleden heb ik gedeeld hoe moe ik altijd ben, hoe een dag er voor mij uitziet, hoe invaliderend die vermoeidheid werkt, wat een beperkingen dat in mijn leven met zich meebrengt.

Het is iets dat elke dag beïnvloedt, als een chronische ziekte - en misschien is het dat ook wel.
Omdat je aan mijn buitenkant niets ziet (wie goed oplet vallen misschien hooguit de wallen onder mijn ogen op, of mijn langzame, behoedzame manier van lopen) is de neiging van de omgeving om mij mee te sleuren in de vaart der dingen erg groot.


Ook bij mensen die het heus weten. Het meest pijn doet het wanneer mensen mijn ziekte (zo noem ik het maar even) vooral voor zichzelf lastig blijken te vinden. "Ik vind het vervelend dat je altijd zo moe bent, want daardoor kunnen we bijna nooit iets met je afspreken." Wat het met mij doet schijnt minder van belang te zijn, of minder door hun hoofd te gaan.

Ook doet het pijn als mijn klachten gebagatelliseerd worden. Te horen krijgen welke ziektes pas écht erg zijn. Of dat "iedereen wel eens een beetje moe is". Of het domweg een modeziekte noemen. Of beginnen over bejaarden die wel gewoon doen wat ik niet meer schijn te kunnen - met andere woorden, je neemt 't ervan, Helena. Ja, er zijn werkelijk mensen die menen dat ik profiteer van mijn kwaal, dat ik er een slaatje uit sla.


Met zulke mensen zou ik graag een dagje willen ruilen.
Eens kijken hoe ze het vinden om 's morgens wakker te worden en te ontdekken dat je je nog beroerder voelt dan toen je de avond ervoor naar bed ging. Om al door je energie heen te zijn als je je kind alleen nog maar naar school hebt gebracht. Om de hele dag rustig aan te móeten doen, niet omdat je geen plannen hebt, maar omdat je gezondheid het je niet toestaat plannen te maken - of in elk geval geen dingen die langer dan een uur duren - laat staan dat je zou kunnen werken, al was 't maar parttime.
Om jezelf aan het eind van de middag naar de keuken te slepen, alwaar je leunend tegen het aanrecht, op het punt van instorten, een zo gezond mogelijke maaltijd in elkaar draait - maar naderhand geen puf meer te hebben om ook de vaat nog te doen. En tegen half 10 dan maar weer bedwaarts te gaan, kotsmisselijk van vermoeidheid, bijna te duizelig om de trap op te lopen. Om met heel veel geluk eens een hele nacht door te slapen - maar meestal wekt de pijn in mijn heupen en schouders me midden in de nacht wel een paar keer.

Zo zien mijn dagen eruit, en als ik al eens verbetering zie is dat meestal maar mondjesmaat.
Natuurlijk doe ik mijn uiterste best. Ikzelf ben er tenslotte het meest bij gebaat dat het beter met mij gaat.
Ten eerste heb ik sinds een tijdje een therapeut die me begeleidt.
Verder ga ik  zo vaak ik kan - niet dagelijks, want mijn lichaam moet zich kunnen herstellen van de "inspanning" - een half uurtje of drie kwartier wandelen. Op heel goede dagen zelfs een uur!

Ik heb bepaalde voedingsmiddelen uit mijn dieet flink geminderd of zelfs verbannen. Als ik ongezond eet, te weinig groenten, te veel vlees, te vet of te zwaar, betaal ik daar onmiddellijk de prijs voor: mijn lichaam pikt 't niet, ik voel me de dag erna afschuwelijk. Ik ga me dus te buiten aan groenten en fruit, vezels, eiwitten enzovoorts. Zo min mogelijk dingen uit pakjes en zakjes, omdat het niet bewezen is maar toch best zou kunnen dat al die toevoegingen een belasting vormen voor mijn lijf.

Om terugkerende energiedips tegen te gaan ben ik flink gaan minderen met suikers; geen boterhammetjes met honing meer voor mij, alleen (verse, biologische) boter, en 's middags eentje met kaas; ook zorg ik dat er nooit langer dan twee uur tussen zit voor ik weer wat eet: de enorme dip die me altijd 's middags overviel is hierdoor verminderd - terwijl ik per saldo minder eet!

Verder doe ik mijn uiterste best om goed te slapen - geen thee meer 's avonds, warm bed, koele, donkere kamer, zorgen dat 's avonds alle problemen zijn besproken zodat ik niet hoef te piekeren - want een slechte nacht resulteert één op één in een slechte dag.

Wat verder heel goed helpt zijn de mensen in mijn omgeving. Ook zij kunnen mijn dag maken of breken. Of ik me er nu wel of niet iets van aan probeer te trekken; het maakt een enorm verschil om te horen te krijgen dat je "lastig" bent, of wanneer de ander juist probeert iets voor je te doen waar beiden van kunnen profiteren. En dat hoeven maar zulke kleine dingen te zijn. Een kopje thee met een glimlach. Een kus in je hals. Samen een mooie film kijken. Een wandeling met het hele gezin. Even iets voor mij uit de auto tillen. Zeggen dat ik niet mee hoef als ik me niet goed genoeg voel. Mijn man die met mijn dochter afspreekt dat ze heel stil zijn zodat ik kan uitslapen.


Ik ben geen medicus, maar het schijnt zo te werken dat je hele wezen, lichaam en geest, ervan profiteert als je vaker blij bent. En omdat een aandoening als die van mij vaak tot somberheid stemt, doe ik mijn best om zo veel mogelijk blije momenten in mijn leven te creëren. Ook dat hoeven maar kleine dingen te zijn. Sterker nog, het zijn vaak de kleine dingen. Door bewuster te leven, meer stil te staan bij dingen die onbelangrijk lijken, maar juist de krenten in de pap van het leven zijn; een vlinder in de tuin, de poezen die elkaar een neusje geven, de zon die door het raam naar binnen schijnt, de merel die zingt, mijn dochter die helemaal in haar wereldje verzonken aan het spelen is - het is een kwestie van jezelf aanleren bij dit soort momenten stil te staan, er even in op te gaan en het geluk dat je op dat moment voelt in je door te laten dringen, door je heen te laten stromen.

Ik ben er nog lang niet, maar het gevoel hebben zelf - althans een deel - van mijn situatie onder controle te hebben, zelf in staat te kunnen zijn er wat verbetering in te brengen, is op zich al weer een reden om wat positiever in het leven te kunnen staan.


Blijft nu de vraag: heb je het idee dat het beter met je gaat dan de vorige keer dat je hierover schreef? Nou, laten we zeggen, 1% of zo. Ja, ik heb soms echt wel het idee dat het wat beter gaat, over de hele linie genomen - maar dat neemt niet weg dat ik nog steeds van tijd tot tijd (soms helaas wel twee, drie keer per week) een hele slechte dag kan hebben. Dagen waarop ik al mijn plannen in de prullenbak kan gooien, al mijn afspraken afbel, en maar gewoon zo goed en zo kwaad die dag probeer door te komen, in de hoop dat de volgende beter zal zijn.
Die slechte dagen probeer ik maar zo snel mogelijk te vergeten, en de goede dagen koester ik in mijn hart.


(Disclaimer: geen van de afbeeldingen in deze blogpost komt van mijzelf)

donderdag 25 september 2014

Herfst: rozen en lathyrus

Ik schreef vorige keer over de mist en de spinnenwebben, maar de week ervoor was het ongewoon warm geweest, oudewijvenzomer heet dat verschijnsel, met donderdags zelfs 27 graden! Toch leek het geen zomer; het is vroeg donker, de dagen zijn kort en begonnen koel en nevelig.
Toch zorgde die laatste stuiptrekking van de zomer voor een paar aangename verrassingen: een heleboel planten persten er nog een paar laatste bloemen uit! Wat zag mijn tuin, eerder deze maand nog in verval, er ineens weer vrolijk uit!


Lathyrus in alle mogelijke tinten

Wit met een vleugje roze

En die geur... zo heerlijk

Roze met een vleugje wit

Donkerrood met paars, heel apart!
Deze bordeauxrode vind ik ook zo mooi


Zachtroze is toch de liefste kleur voor lathyrus

Malva stopt ook maar niet met bloeien. Ik houd van deze kleur!

Natuurlijk de goudsbloemen in de zijtuin


Rode zonnehoed

Kijk, de roos "The Fairy" begint weer te bloeien!

Ook Astrantia is opnieuw begonnen door het warme nazomerweer

Slangenkruid langs het pad, wat een mooie kleur blauw vind ik dat

Klimop bloeit en lokt vele vlinders (Atalanta's)

De rode roos bloeit nu voor de derde keer

Rosa "Mary Magdalene" kwam ook weer in bloei

Kijk eens hoe mooi ze is als de bloem open is!
De gele roos staat ook weer in bloei

Ik vind rozen zo mooi, dat het me niet uitmaakt dat ze geel zijn. En de geur van deze rozen is zo heerlijk.

"Katharina Zeimet" probeert het ook nog een keer, maar eerlijk gezegd betwijfel ik of deze knoppen nog wel open zullen gaan

"Brother Cadfael" maakt ook nieuwe knoppen, maar ook hier ben ik bang dat ze niet meer op tijd open gaan

De witte struikroosjes (van de vorige bewoner) bloeien al maanden zonder ophouden

De roos bij mijn dochter, "Mary Rose:  is ook voor een laatste herfstbloei gegaan

En natuurlijk mijn knalroze roos, die het zo ontzettend naar zijn zin heeft op zijn nieuwe plek in de zijtuin.

Rosa "Miss Alice", schattige kleine rozewitte bloemen. Het struikje kan 90 cm hoog worden.

En zelfs New Dawn, die het slecht doet in de rozenboog, werd door het warme nazomerweer verleid tot bloei.

Er voer een schip



Er voer een schip op zee.
Aan boord waren duizenden passagiers. De rijksten op de bovendekken, de minder vermogenden op de lagere dekken. 

Helemaal onderin de buik van het schip ontdekte een personeelslid dat er een gat in de romp zat. Er sijpelde water naar binnen. 

Hij meldde het aan zijn meerdere; deze ging kijken en overlegde vervolgens met enkele technici.

De ene technicus meende dat het gat van binnenuit was ontstaan. De ander was bijna zeker dat een dergelijk gat alleen door iets van buitenaf ontstaan kon zijn. De derde meende dat elk schip nu eenmaal een beetje roest, gaten ontstaan vanzelf, daar kan niemand wat aan veranderen.

Tijdens deze discussie steeg het water tot hun enkels, maar ze werden het niet eens. De derde zei dat je zoiets aan de natuur kon overlaten en dat zo’n gat vanzelf weer dichtging, als je maar wachtte tot er voldoende mossels en zeepokken overheen waren gegroeid. Degene die beweerde dat het van binnenuit was ontstaan, keek om zich heen naar het stuk gereedschap waarmee zo’n gat gemaakt kon zijn, maar kon eigenlijk niet geloven dat iemand zo onvoorzichtig zou zijn, zo midden op zee. De tweede technicus vond dat eerst iemand de buitenzijde van het schip moest controleren voor je je aan conclusies kon wagen, het was belachelijk om te beweren dat dat gat door mensenhanden was ontstaan.

Ondertussen braken er op het tweede en derde dek ongeregeldheden uit tussen passagiers onderling. Er was onenigheid over eigendom en gebruik van ruimtes, en het dreigde al gauw zo uit de hand te lopen dat het personeel werd opgeroepen de ruziënde partijen uiteen te drijven.

Ook twee van de drie technici waadden door het inmiddels kuitdiepe water naar de lift, er waren nu urgentere zaken. Eén bleef er achter. Hij vroeg wat rond bij de stokers, vond de man die het gat had ontdekt en kwam er samen met hem achter dat een groot aantal passagiers nogal onvoorzichtig met hun afval waren omgegaan, waardoor er – zo ontdekten ze nu – meerdere gaten in de romp waren ontstaan. 

Door het kniediepe water waadden ze naar de lift, die niet meer bleek te werken, en tegen de tijd dat ze via de trappen het bovendek hadden bereikt, waren de gevechten al overgeslagen naar de andere dekken. Personeel van het schip probeerde vergeefs iets aan de schermutselingen te doen, maar als ze het op de ene plek tot bedaren kregen, laaide het op andere plekken weer op. Bovendien leken er passagiers te zijn die er een morbide plezier aan beleefden onrust te stoken op plekken die tot nog toe rustig waren, waardoor de situatie behoorlijk onoverzichtelijk begon te worden.

Alleen de rijken bleven verstoken van onenigheden; zij hadden hun eigen personeel bij zich, dat zorgde dat de gevechten niet oversloegen naar hun veilige wereldje op het bovendek. 

De stoker en de techneut bereikten de kapiteinshut, maar de kapitein bleek in een hevige discussie verzeild met de eerste stuurman over de beste manier om de rellen de kop in te drukken, en over een gaatje in de romp wilden beiden niets horen, er waren wel ergere dingen aan de hand. 

Op dat moment vloog de deur open en kwam er een passagier van een van de onderste dekken binnen, een mes in zijn hand, zijn ogen bloeddoorlopen. De stoker en de techneut wisten te ontkomen en haastten zich terug naar beneden, naar de buik van het schip, waar inmiddels de eerste mensen verdronken waren en lijken ronddreven tussen de koffers. 

Toen de armste passagiers van de onderste dekken voor het stijgende water naar boven begonnen te vluchten, verhevigde dit de intensiteit van de gevechten. Het water steeg naar het tweede dek, en naar het derde,  en steeds vluchtte iedereen vechtend naar een hogere verdieping, en op elk dek dat de mensen bereikten werd het voller en gewelddadiger. 

De rijken klaagden dat er zo’n herrie van beneden kwam, lieten zich nog een glas champagne inschenken en vroegen het orkest wat luider te spelen.

Bij de trap stond een man te schreeuwen die beweerde techneut te zijn, maar gelukkig hielden hun bewakers hem tegen. Toen het schip slagzij begon te maken, stopten ze met dansen, maar champagne drinken ging nog prima.






woensdag 24 september 2014

Herfst: spinnenwebben

Het had de avond ervoor geregend, en 's nachts klaarde het op en koelde het flink af. Er volgde een mistige herfstmorgen en tot mijn verrassing waren de planten in mijn tuin bedekt met een grijze laag: alle spinnenwebben in de tuin - en dat bleken er nogal wat te zijn! - waren door de minuscule waterdruppeltjes zichtbaar geworden.
Een surrealistisch gezicht, nog versterkt door de dichte, bijna beklemmende stilte die door diezelfde mist veroorzaakt werd.

Na het ontbijt ging ik met mijn camera naar buiten, dit is wat ik aantrof:











Zelfs boven de vijver hing een spinnenweb van kleine pareldruppeltjes








dinsdag 16 september 2014

September



Mistige morgens, koude nachten, warme middagen en vergelende planten in de tuin, overal kruisspinnen, bloeiende sedum, wat laatste vlinders: de zomer is voorbij en de herfst zet zijn eerste wankele stapjes.



De tijd van zaaien is voorbij, de tijd van oogsten is begonnen. Oogsten in de tuin maar ook de oogst van wat we dit jaar op persoonlijk gebied "geplant" hebben. Dit is de tijd waarin we ons - letterlijk en figuurlijk - meer naar binnen gaan richten. We maken de balans op: hoe zijn we gegroeid, wat hebben we geleerd, hoe hebben onze beslissingen uitgepakt? Wat willen we volgend jaar anders doen?

In de tuin zijn er heel wat dingen die ik volgend jaar anders wil aanpakken. Karweien ook die dit jaar zijn blijven liggen omdat ik er de energie niet voor had.
Gelukkig is mijn man af en toe bereid me het echt zware werk uit handen te nemen. Zo heeft hij afgelopen weekend alle begroeiing onder en rondom de appelboom weggehaald. Er stonden - zoals overal in onze tuin, voor wij hier kwamen wonen - allemaal praktische planten waarvan meer dan de helft wintergroen. En als bodembedekker pachysandra, van dat onuitroeibare spul dat normaliter in gemeenteplantsoenen staat, omdat 't zo lekker onderhoudsvrij is.

De appelboom in het voorjaar, omringd door struiken.

Kaal gemaakt

Ook de klimopboog heb ik flink gesnoeid, hier stak de arm van de pomp uit (achter in onze tuin is een put)

Na wat knippen kwam de rest van de pomp tevoorschijn! Ik heb er nog geen water uit gekregen, maar dat komt vast nog wel. Het heeft al een tijd niet geregend dus misschien staat het water in de bron te laag.

Kijk, nu zie je wat ik met al die hortensia-stekjes van plan was.

Achterin, waar het donkerder is heb ik wat vingerhoedjes (Digitalis) gezet. Ervoor nog een hortensia-stek

Zo, het werk is gedaan, nu maar wachten tot het gaat groeien.
Nog wat verdere foto's van de septembertuin

Een septembermorgen
Twee uur later
Bloeiende sedum
Herfstborder, alles begint te vergelen

Gelukkig bloeien er nog best veel bloemen!